Hoe omschrijf je jouw rol in de organisatie?
Formeel ben ik HR-directeur, dus verantwoordelijk voor alle HR-disciplines en ook Arbo en Milieu. Maar als ik dat iets anders mag omschrijven, zou ik mezelf liever ‘maatje en geweten’ van het bestuur willen noemen. Meer als in waar wil je van zijn en ben je daar duidelijk over? En waar ben je naar op weg en spreken we elkaar aan op houding en gedrag als dat niet zo is?
Voor HR gaan de belangrijkste dossiers over: basis op orde, leiderschap, organisatie en besturing, en ook over vitaliteit en werkplezier. Op die hoofdlijnen zetten wij met ons team allerlei interventies in waarmee we de organisatie ondersteunen en net even iets beter maken. Met een heel belangrijk oog voor mensen. Ik vind het cruciaal dat wij niet gezien worden als ‘van de Raad van Bestuur’ of ‘van het management’. En ook niet als ‘van de mensen’. HR is er voor alle mensen én de organisatie. Om hen te faciliteren het werk op een zodanige manier te doen dat het Radboudumc als geheel steeds weer een stapje dichter bij haar bestemming komt.
Als HR staan wij naast de leider en zijn medewerker of zijn team. Niet erin. We staan ernaast en we zijn juist daar waar het spannend is. En het is meestal spannend, daar waar het stil is. We noemen dat het EHBO-principe…
Wij van HR hebben écht ergens verstand van. Net als een dokter dat ook heeft. Je kan niet bij een dokter binnenlopen en vragen: ‘wat kunnen wij als HR voor jou doen?’. Dan ben je weg. Dus ik zeg tegen mijn mensen; weet waar je naar toe gaat, weet wat daar speelt en kom binnen en zeg duidelijk waar je van bent, waarvoor je komt en wat je kunt doen. Dan word je herkend als professional en zeker in onze academische wereld is dat belangrijk. En daar heb je moed en lef voor nodig!
Wat ik ook belangrijk vind is het psychologisch contract dat je met je indiensttreding afspreekt. Waarbij je elkaar ook echt in de ogen kijkt en afspreekt: dit mogen we van elkaar verwachten en dat gaan we ook doen. En als je het daar niet over eens wordt, gaat het niet werken. Natuurlijk moet je zorgen dat je meerwaarde hebt, dan voeg je ook wat toe.
Wat zie jij bij het aantrekken van wetenschappelijk talent als je grootste uitdaging in de komende vijf jaar?
De grootste uitdaging is dat wij mensen aantrekken die de strategische koers van het Radboudumc versterken. Dat betekent dat we onderzoekers aannemen die van nature in hun passie passen bij die strategische koers. Wij kunnen steeds beter die match maken. Zeker kunnen we wat meer moedig zijn waar het gaat over de vraag, waar begint je carrière bij ons en waar eindigt deze misschien, of misschien wel zeker? En hoe gaan we hier op een nette manier mee om. We zijn wel goed op weg, maar we zijn er nog niet.
We moeten onszelf wel in de spiegel aan durven te kijken om uit te spreken waar we wél en waar we niet van zijn. En durven we daar dan de consequenties aan te verbinden? Ook al betekent dit in sommige gevallen dat wegen zich kunnen scheiden.
Welke kansen en bedreigingen zie jij om je heen, lokaal, regionaal, nationaal en mondiaal?
Ik denk dat er een fragiel evenwicht is tussen patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs, met name ook door de druk op de financiering. Ik vind dat de minister helderheid moet geven over de situatie waarin we ons bevinden. Wanneer de stijging van de lonen in de markt moet worden gevolgd, moet je ook die stijging één op één doorgeven en verzekeraars niet de mogelijkheid geven om hierover opnieuw te kunnen gaan onderhandelen.
Een kans voor ons als Radboudumc is dat we steeds beter weten waar we van zijn en dat we ons dus ook steeds beter kunnen profileren. En dat we daarbij dus ook nog beter de juiste mensen kunnen zoeken en behouden om dat waar te maken.
Verder zie ik veel in de innovaties op allerlei gebieden. Zowel in onderwijsinnovaties als de prachtige onderzoeken waarmee we mooie resultaten boeken. En natuurlijk open source waarmee we al die kennis delen en openbaar maken. Dat doen we hier intern heel goed en we staan aan de vooravond om dit ook extern op te pakken. Als we met z’n allen de gezondheid tot een mondiaal probleem maken, en Covid is daar een goede waarschuwing voor, dan kunnen we maar beter al die kennis met elkaar delen. Daar is dus veel meer winst te behalen. En dat zie ik als een grote kans.
Wij zijn op bepaalde kennisgebieden wereldberoemd. Dat maakt dat we zeker de juiste mensen kunnen aanspreken. Het is goed als we dat nog scherper hebben en in bescheidenheid andere zaken kunnen loslaten. Dan kan je wellicht meer resources een bepaalde richting in sturen. Dat is echt een uitdaging.
Ik zie een grote kans in Team Science, ik denk dat we als Radboudumc al van individueel naar Team Science bewegen. Dat geeft een mooi en interessant spanningsveld met die ene wetenschapper die zich richt op dat ‘ene ding’ en zich niet wil laten kaderen. Als dat past in hetgeen waar we samen van willen zijn, dan kunnen we mooie bewegingen maken.
En dan het prachtige rapport Erkennen en Waarderen. Waarbij we als hele universitaire wereld met elkaar besluiten dat we een zekere afstand moeten nemen van het maar scoren op publicaties en/of dat je naam ergens bijstaat. En het was hoog tijd: we moeten het juist steeds meer hebben over zaken als tijd, mogelijkheid en middelen om goed wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Je kan weliswaar niet zonder Europese en andere grote subsidies, maar we kunnen het onderzoek wel op een veel humanere wijze en met beter leiderschap doen.
1. Recruitment hoort niet thuis bij HRM
Onzin. De leidinggevende kiest natuurlijk zijn nieuwe medewerker uit. Onze taak als HR is tweeërlei: HR ontzorgt en borgt. Je kunt bijvoorbeeld als AcademicTransfer niet alle afdelingen langs om te vertellen hoe goed jullie zijn. Je komt niet eens binnen, laat staan dat je een verhaal kunt houden. Daarvoor heb je het HR recruitment team dat er voor zorgt dat dat proces tadeloos loopt. Je kunt in dat proces best taken bij professionals in de organisatie beleggen, dichterbij waar het echt gebeurt, maar de bewaking van en hulp bij het recruitmentproces behoort bij de basis van óns vak. Zeker bij cruciale functies waar het gaat om leiderschap, borgen wij de strategische koers.
Mijn stellige overtuiging is juist dat een beginnende HRM-er eerst één tot twee jaar als recruiter de basis legt om daarna te kunnen zeggen dat hij/zij verstand heeft van mensen.
Maak ook onderscheid tussen werving en selectie. Werving kan je best door externen of door het netwerk van een professor laten doen, maar op enig moment moet het wel door een logisch en geolied proces gaan. Als je dat zoals bij ons persoonsgericht en goed wilt doen, dan kan je dat maar beter ondersteunen met door HR goed geregelde systemen.
2. De kennisinstellingen moeten met elkaar veel meer energie steken in eenduidige Holland Branding. Waarom?
Ik ben het daar mee eens. Persoonlijk vind ik dat wij als Holland sowieso veel meer aan branding moeten doen. Laten zien en vertellen dat we leven in een mooi, gezellig, multicultureel, veilig en ook nog het gelukkigste land van de wereld:-). En hoe het is om hier te wonen, te leven en te werken. Ik geloof dat we hier als land nog wel iets te doen hebben.
Voor wat betreft de wetenschappelijke wereld geldt hetzelfde vind ik. Als dat maar niet betekent dat we daar een centralistische, bureaucratische machine boven gaan plaatsen die het niet mogelijk maakt om in enig jaar enige daad te verrichten. Het is belangrijk dat we nog internationaler worden in onze wetenschap en daarom meer eensgezind naar buiten treden. Ik vind dat het ook ruimte moet geven om daarbinnen elkaar vrijheid te gunnen om de regionale en lokale verschillen te duiden. Want het is echt anders om hier in Nijmegen of in bijvoorbeeld Amsterdam of Groningen te onderzoeken. Maar het is en blijft Holland!
3. AcademicTransfer moet veel meer ruimte krijgen/nemen voor ondersteuning bij het aantrekken van talent in binnen- en buitenland. Waarom?
Daar ben ik het heel erg mee eens. Ik wil wel de nadruk leggen op nemen. Ik waardeer de ontwikkelingen waar jullie aan werken, vooral die van de ‘Community’. Dit omdat ik geloof dat die ons gaat helpen, niet alleen bij die Holland Branding, maar ook om onze wetenschappers uit buiten- en binnenland te halen.
Ik zou het heel fijn vinden wanneer niet alleen het aantrekken (wat jullie nu al doen), maar ook het verder geleiden in de carrière van het individu, meer aandacht krijgt. Dat is echt heel belangrijk.
Dat geeft namelijk veel rust in de jaren van een promotie, omdat je als student/promovendus weet dat er bijvoorbeeld op enig moment manieren of opportunities zijn zoals jullie community, die het mogelijk maken om je weg te vervolgen. Want het is helaas maar voor heel weinig mensen weggelegd om de top van die academische ladder te bereiken. De staatjes zijn helder, slechts 1,5% haalt de top. We weten dat een doctor hele mooie kansen heeft buiten de academische wereld en daar een waanzinnig goede bijdrage kan leveren. En laat het duidelijk zijn, ook dat gaat ons weer helpen, want op enig moment komt daar dan weer een mooie samenwerking met een volgende zorgvraag uit of een gezamenlijk kunnen werken aan een maatschappelijk dilemma zoals een infectie.
Als het Radboudumc goed zorgt, of wij als Nederland goed zorgen, voor onze academici die een soort van wereld hebben waarin ze elkaar kunnen tegenkomen, dan wordt daar de samenwerking met bijvoorbeeld Siemens of Philips of ASML alleen maar beter van. De verbinding tussen wetenschappers mag wat mij betreft door die grenzen heen ook en juist door AcademicTransfer verzorgd worden.
4. Ik zie graag meer samenwerking tussen de kennisinstellingen. Op welke gebieden en waarom?
Eens. De toekomst van een umc is nog veel meer dan nu een kennisinstituut met een regierol voor plaatselijke, regionale of landelijke samenwerking/netwerken. Dat geldt voor alle kennisinstellingen, maar ook voor de research afdelingen van grote ondernemingen en Startups met prachtige nieuwe ideeën. Het zou goed zijn als wij daar als umc’s een regierol in nemen. Het is daarom ook goed dat bijvoorbeeld MUMC+ in Maastricht en Radboudumc in Nijmegen steeds beter en meer met elkaar samenwerken. Er zijn hele mooie verbindingen die met de jaren een steeds diepere betekenis krijgen en dat werkt heel goed.
We moeten niet op verschillende plaatsen hetzelfde doen, maar juist elkaar aanvullen en versterken. Bij voorkeur in openheid en met vertrouwen en ruimte om de ander te laten shinen. En niet alleen met de groten der aarde (de usual suspects), maar ook met hen die hele kleine of bijzondere dingen kunnen doen. Het is tegenwoordig toch allemaal Plug&Play en dat zou in de wetenschap ook moeten lukken.
Onvermoede relaties en samenwerkingen realiseren; jonge mensen meer verantwoordelijkheid en ruimte geven; oude ideeën, methoden en werkwijzen echt durven loslaten en onderzoeken of nieuwe, andere, misschien wel enge manieren wellicht beter zijn voor de doelen die we nastreven.
5. HRM is een strategisch partner van het College van Bestuur. Ja of nee, omdat…
Eens! It’s all about the people. Dat vind ik ook het fijne van mijn rol, ik mag mij overal mee bemoeien. Want het wordt allemaal gedaan door mensen en dus mag ik overal mijn neus in steken.
Als je wilt dat het strategisch gebeurt, dan wil je dat je mensen zich daartoe verhouden en dan is HRM je partner. Als HRM dat kan… Daarom moeten wij wel duidelijk zijn en aangeven waar wij voor staan.
Mijn ‘drive in life’ is om mensen te inspireren hun talenten daadwerkelijk te gebruiken en waar mogelijk voor een beter groter geheel. Een organisatie kan niet beter worden als mensen niet beter willen worden. Dus dan is de uitdaging om steeds daar naartoe te gaan, en natuurlijk wel binnen het systeem waar je in zit. Wij zijn het Radboudumc en wij hebben een keuze gemaakt voor bepaalde topics en daar moet het wel bijpassen. Daarbinnen kun je dan maximaal je talenten benutten. Buiten de lijntjes kleuren is prima, maar wel naar het doel. Ik daag mijn mensen uit persoonsgericht en innovatief te zijn maar wel zo dat het ons eerder brengt bij iets dat we met elkaar voor ogen hebben. Soms kijk ik heel streng maar denk ik later ‘Yes’!
Wat zou je graag morgen anders willen doen?
Ik zou het graag nog meer samen doen. In lijn met dit interview, maar als ik een wens voor het Radboudumc en de wetenschappelijke wereld mag doen; nog meer samen. 1 en 1 = 5 Het bundelen van je kracht met die van een ander. Dat brengt ons verder. Niet bureaucratisch maar vooral praktisch.
Ik geef graag het stokje aan?
Ik draag het stokje graag over aan Jeanneke van Meulebrouck van het LUMC. Mijn vraag aan Jeanneke is: Dit vind jij vast ook, maar dan anders... Wat dan, hoe dan…? Jeanneke is van de andere invalshoek, dus ik ben heel benieuwd dat te gaan horen.
Dit was het derde interview in de rubriek In gesprek met... Lees ook de eerdere interviews met: